datum 2020-07-02

Meeuwenellende Zomerblog

 

Vroeger vond ik meeuwen mooie beesten. Ik associeerde ze met zee, zweven en blauwe lucht. Dat was toen ik nog in het oosten van het land woonde, decennia geleden. Zomers gingen we op vakantie naar zee. Mijn ouders namen de oranjewit gestreepte strandtent altijd mee. Spelend op het strand vlogen de meeuwen ver weg boven water achter vissersboten aan om visjes te vangen. Zelfs hun gekrijs kon ik waarderen. Dat klonk naar zee en verre horizonnen.

Meeuwen cirkelen nu vooral boven het strand, op zoek naar meegebracht eten van strandgangers. Ze wachten niet netjes totdat die vertrokken zijn om toe te slaan. Nee ze rukken je proviand uit je handen, liefst terwijl je nog je lunchbroodjes aan het uitpakken bent. In de stad zie je ze vooral rond cafetaria’s en markten rondhangen. Daar eten ze patat, pizza en vette lekkerbekken. Bij de Haagse markthof bijvoorbeeld zie ik ze regelmatig een duikvlucht maken richting tafeltjes rond de eetkramen. Mensen bukken onder tafel of stuiven juist op omdat ze zich rot schrikken.

Mijn oude liefde voor deze vogelsoort is echt tot het nulpunt gedaald.

Maar het kan nog erger. Vorige week beleefde ik het toppunt. We zaten te eten op ons balkon. We aten toevallig pizza. Een meeuw scheert onverhoeds diagonaal naar beneden, rakelings langs mijn hoofd, op weg naar mijn bord. Nu is het genoeg. Ik slaak met volle mond een vloek, schreeuw richting beest en ren met bord en al naar binnen. Het pizzarestant glijdt nog net niet van mijn schuine bord.

Het was 19 uur precies, dat trof. Ik wilde de laatste coronapersconferentie zien over de aangekondigde versoepelingen. We mogen weer bijna alles, vertelt premier Rutte, als we onderling maar 1,5 meter afstand houden. Dat lukt niet iedereen meer. Veel mensen hebben het gehad met deze maatregel. Als meeuwen zich hier wel aan zouden houden, is mij dat een lief ding waard. Of liever gezegd: 6,5 meter afstand graag. Minimaal.