Het internationale virus

BinnenbeRijk

datum 2009-12-01blz. 16

Het internationale virus Diplomatenklasje nu toegankelijk voor andere ministeries

Het diplomatenklasje van Buitenlandse Zaken is het afgelopen voorjaar voor het eerst opengesteld voor andere ministeries. Veertien BZ-kandidaten en zes beleidsmedewerkers van SZW, EZ, OCW, Financiën, LNV en VWS volgden drie maanden de opleiding op de Haagse campus. Klasgenoten Anna van Zoest (BZ) en Wiebren van Dijk (SZW) vertellen over hun internationale aspiraties.

Tekst: Margriet Rutgers / fotografie: Pevry Press

‘Op het nippertje kreeg SZW te horen dat er een plaats was in “het klasje”van Buitenlandse zaken,’ vertelt beleidsmedewerker Wiebren van Dijk. Omdat SZW-brede selectie niet meer mogelijk was, werd hij vanuit de voor de hand liggende directie Internationale Zaken voorgedragen. Kandidaten moeten in het buitenland willen werken, enkele jaren werkervaring hebben en in dezelfde leeftijdsfase zitten: ongeveer tussen de 25 en 35 jaar.
Bij Anna van Zoest duurde de voorselectie een stuk langer. Mensen die een loopbaan willen bij BZ, doorlopen eerst een lange sollicitatieprocedure, voordat zij tot het klasje – en daarna tot het ministerie – worden toegelaten. Een uitgebreid gesprek, een talentest, een assessment en een voordracht voor een selectiecommissie zijn vaste onderdelen van de sollicitatie. ‘Dat was best spannend’, vond van Zoest. ‘Zeven mensen aan een grote tafel en jij daartegenover.’

Internationale ervaring
Het is logisch dat je internationaal georiënteerd bent, als je je voor de Basisopleiding Beleidsmedewerker Buitenlandse Zaken opgeeft, zoals het klasje nu officieel heet. Zowel Van Dijk als Van Zoest studeerden en werkten in het buitenland. Van Zoest vertrok naar Londen vanwege de liefde, studeerde daar politicologie en vond een baan bij een private, financiële instelling. Na negen jaar Londen wilde ze graag de maatschappelijke kant op én weer naar Nederland. Sinds juli werkt ze bij de directie Voorlichting en Communicatie. Daar doet ze vooral publieksvoorlichting over Afghanistan.‘We hebben een fototentoonstelling over de wederopbouw in Uruzgan samengesteld die momenteel de wereld over gaat. Ik ben de schakel tussen beleidsafdelingen en woordvoerders en ik overleg met collega’s uit de andere landen die actief zijn in Afghanistan.’
Classicus Van Dijk kwam na een stage bij de Nederlandse ambassade in Madrid en een studiejaar in Bologna via een traineeplaats bij BZK terecht bij de directie Internationale Zaken van SZW. Zijn focus ligt voornamelijk op de voorbereiding van een wereldwijde kinderarbeidconferentie volgend jaar in Den Haag. Hij vertoeft voor zijn werk regelmatig in Genève bij de International Labour Organization(ILO).

Lobbyen
Van Dijk en Van Zoest hebben het meest opgestoken van training in vaardigheden als speechen en retorica. Ook kregen ze hoorcolleges over regio’s van universitair docenten. BZ-ambtenaren gaven lessen over de praktijk, zoals de interne werkwijze op het ministerie. Dit alles doorspekt met concrete voorbeelden, die aan opdrachten werden gekoppeld. ‘Meestal leuk, maar soms werden we wel eens casus-moe’, herinnert Van Dijk zich. Hij ziet door de colleges over ontwikkelingssamenwerking en armoedebestrijding nu veel meer raakvlakken met zijn werk bij SZW. Van Zoest signaleert nu duidelijk verschil tussen private en publieke organisaties. ‘In mijn vorige baan waren de lijnen strakker. Bij een ministerie moet je veel lobbyen en contacten leggen.’
——————————————————————-
BZ-deelnemers horen voor het eind van het klasje bij welke directie ze gaan werken. De externe deelnemers gaan terug naar hun ministerie. Volgend jaar mogen andere ministeries kandidaten leveren. Het toenaderingsexperiment krijgt dus vervolg.
——————————————————————-